1° l'officier du corps technique médical, qui, au moment de son engagement ou rengagement comme candidat officier de ce corps, est selon le cas, titulaire du diplôme de docteur en médecine, chirurgie et accouchement, de docteur en médecine vétérinaire, de pharmacien ou de licencié en sciences dentaires, ou médecin, vétérinaire ou dentiste, le cas échéant avec une spécialité complémentaire;
1° de officier van het medisch technisch korps, die, op het ogenblik van zijn dienstneming of wederdienstneming als kandidaat-officier van dit korps, naargelang het geval, houder is van het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde, van doctor in de veeartsenijkunde, van apotheker of van licentiaat in de tandheelkunde of van arts, dierenarts of tandarts, desgevallend met een bijkomende specialiteit;