§ 1. A l'exception des prestations réduites pour raisons médicales visées aux articles 414 à 418, du congé pour interruption de la carrière professionnelle visé aux articles 448 et 449 et du congé politique visé aux articles 474 à 482, les prestations d'un régime de travail à temps partiel, notamment ceux visés au chapitre XIV, sont organisées selon un cycle de deux semaines dont la première est impaire, sachant que la semaine commence le lundi et que la première semaine de l'année est celle qui comprend le premier jeudi de janvier.
§ 1. Met uitzondering van de verminderde prestaties om medische redenen bedoeld in de artikelen 414 tot 418, van het verlof wegens onderbreking van de beroepsloopbaan bedoeld in de artikelen 448 en 449 en van het politiek verlof bedoeld in de artikelen 474 tot 482, worden de prestaties van een deeltijdse arbeidsregeling, met name diegene bedoeld in hoofdstuk XIV, geregeld volgens een cyclus van twee weken waarvan de eerste oneven is, aangezien de week op maandag begint en de eerste week van het jaar de week is die de eerste donderdag van het jaar omvat.