L'article XVII. 36, inséré par l'article 3 de la loi du 28 mars 2014, dispose : « Par dérogation aux articles 17 et 18 du Code judiciaire, l'action en réparation collective est recevable lorsqu'il est satisfait à chacune des conditions suivantes : 1° la cause invoquée constitue une violation potentielle par l'entreprise d'une de ses obligations contractuelles, d'un des règlements européens ou d'une des lois visés à l'article XVII. 37 ou de leurs arrêtés d'exécution; 2° l'action est introduite par un requérant qui satisfait aux exigences visées à l'article XVII. 39 et qui est jugé adéquat par le juge; 3° le recours à une action en ré
paration collective semble plus efficient qu'une ac ...[+++]tion de droit commun ».Artikel XVII. 36, ingevoegd bij artikel 3 van de wet van 28 maart 2014, bepaalt : « In afwijking van de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek is een rechtsvordering tot collectief herstel ontvankelijk indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de ingeroepen oorzaak betreft een mogelijke inbreuk door de onderneming op een van haar contractuele verplichtingen, op een van de Europese verordeningen of de wetten bedoeld in artikel XVII. 37 of op een van hun uitvoeringsbesluiten; 2° de rechtsvordering wordt ingesteld door een verzoeker die voldoet aan de vereisten bedoeld in artikel XVII. 39 en door de rechter geschikt wordt bevonden; 3° het beroep op een rechtsvordering tot col
lectief herstel lijk ...[+++]t meer doelmatig dan een rechtsvordering van gemeen recht ».