Art. 14. § 1. Bietenzaad, ander dan preba
siszaad, dat in een land is geoogst dat geen lid is van de Europese Gemeenschap, mag enkel in de handel gebracht worden als de Raad vooraf heeft vastgesteld dat het in dit land geoogste zaad dezelfde w
aarborgen biedt ten aanzien van de eigenschappen daarvan, alsmede van de maatregelen betreffende het onderzoek, de verzekering van de identiteit, de aanduiding en de controle, en in dat opzicht gelijkwaardig is aan zaad dat in de Europese Gemeenschap is geoogst en dat voldoet aan de bepalingen v
...[+++]an onderhavig besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. Bovendien moeten, in voorkomend geval, de door de instellingen van de Europese Gemeenschap vastgestelde bijzondere voorwaarden zijn vervuld.