Le 16 septembre 1988, les États membres des Communautés européennes ont signé une convention internationale avec la République d'Islande, le Royaume de Norvège et la Confédération suisse sur la compétence judiciaire et l'exécution des décisions en matière civile et commerciale (la «convention de Lugano»), qui étendait à l'Islande, à la Norvège et à la Suisse l'application des dispositions de la convention sur le même sujet, conclue le 27 septembre 1968 (la «convention de Bruxelles»).
Op 16 september 1988 sloten de lidstaten van de Europese Gemeenschappen met de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat een internationaal verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (het „Verdrag van Lugano”), waardoor de toepassing van de regels van het Verdrag van Brussel van 27 september 1968 (het „Verdrag van Brussel”), dat betrekking heeft op hetzelfde onderwerp, wordt uitgebreid tot IJsland, Noorwegen en Zwitserland.