« Article 278 bis. Par dérogation à l'article 278, l'ancienneté de service, visée aux articles 255, alinéa 2; 261, 275, § 1, 276 et 277, des membres du personnel ayant exercé des fonctions dans les établissements d'enseignement supérieur artistique ou d'enseignement artistique s
upérieur avant le 1 septembre 2002 et dans les Ecoles supérieures des Arts au cours de l'année académique 2002-2003, est calculée, pour sa partie antérieure au 1 septembre 2002, conformément à l'article 34 du décret du 6 juin 1994 fixant le statut des membres du personnel subsidié de l'en
seignement officiel subventionné ...[+++] et à l'article 7 de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 28 août 1995 réglementant la mise en disponibilité par défaut d'emploi, la réaffectation et l'octroi d'une subvention-traitement d'attente dans les enseignements secondaire ordinaire et spécial, et artistique officiels subventionnés».« Artikel 278 bis. In afwijking van artikel 278 wordt de dienstanciënniteit, bedoeld in de artikelen 255, tweede lid, 261, 275, § 1, 276 en 277, van de persone
elsleden die vóór 1 september 2002 ambten uitgeoefend hebben in de inrichtingen voor kunsthoger onderwijs of voor hoger kunstonderwijs, en die tijdens het academiejaar 2002-2003 ambten in de Hogere Kunstscholen hebben uitgeoefend, voor zijn gedeelte vóór 1 september 2002, berekend overeenkomstig artikel 34 va
n het decreet van 6 juni 1994 tot vaststelling van de rechtspositie van
...[+++] de gesubsidieerde personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs en artikel 7 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het gesubsidieerd officieel gewoon en buitengewoon onderwijs en kunstonderwijs».