3° à partir du 1 septembre 1999, les membres du personnel visés au § 1, 2° ont droit aux mesures transitoires qui leurs étaient accordées au 1 septembre 1996, si, depuis cette date, ils sont restés, sans interruption, en service dans l'enseignement, sauf l'enseignement académique, dans une fonction du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation ou du personnel d'appui et s'ils sont financés ou subventionnés en cette qualité par la Communauté flamande.
3° met ingang van 1 september 1999 hebben de personeelsleden, genoemd in § 1, 2°, recht op de overgangsmaatregelen die hen toegekend werden op 1 september 1996, indien ze sindsdien ononderbroken in dienst zijn gebleven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel of van het ondersteunend personeel en als dusdanig gefinancierd of gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap.