Comme indiqué précédemment, l'organisme de placement constitué par un seul investisseur pourra opter pour le statut de FIIS conformément à l'article 281 de la loi du 19 avril 2014 et son gestionnaire sera exclusivement soumis aux dispositions du Livre II de la Partie III de la loi du 19 avril 2014 (et pas aux dispositions de la Partie II) à condition qu'il ne gère pas dans le même temps un organisme de placement collectif alternatif au sens de la Directive AIFM.
Zoals hiervoor werd aangegeven, kan een beleggingsinstelling die werd opgericht door één enkele belegger kiezen voor het statuut van GVBF overeenkomstig artikel 281 van de wet van 19 april 2014 en zal zijn beheer uitsluitend onderworpen zijn aan de bepalingen van Boek II van Deel III van de wet van 19 april 2014 (en niet aan de bepalingen van Deel II) op voorwaarde dat zij niet tegelijkertijd een alternatieve instelling voor collectieve belegging beheert in de zin van de AIFM Richtlijn.