En conclusion, il y a lieu que l'auteur de l'avant-projet s'assure que toutes les dispositions de l'arrêté royal du 9 janvier 2003, précité, tel qu'il sera modifié, trouvent un fondement légal suffisant soit dans l'article 46bis, § 2, du Code d'instruction criminelle, soit dans l'article 127, § 1 , 2º, de la loi du 13 juin 2005, précitée, soit dans les deux.
Het besluit is dan ook dat de steller van het voorontwerp zich ervan moet vergewissen dat alle bepalingen van het voormelde koninklijk besluit van 9 januari 2003, zoals het wordt gewijzigd, voldoende rechtsgrond vinden in hetzij artikel 46bis, § 2, van het Wetboek van strafvordering, hetzij artikel 127, § 1, 2º, van de voormelde wet van 13 juni 2005, hetzij beide artikelen.
