a) Lorsqu'aucun atterrissage ne sera prévu, la Partie requérante avertira la Partie dont le territoire sera survolé, attestera l'existence d'une des pièces prévues au paragraphe 2, alinéa a), de l'article 10 et assurera que d'après les éléments en sa possession, le transit ne pourrait être refusé sur base de la présente Convention et spécialement des articles 4 et 9.
a) wanneer geen tussenlanding is voorzien, waarschuwt de verzoekende Partij de Partij waarvan het grondgebied zal overvlogen worden, bevestigt ze het bestaan van een van de in artikel 10, § 2, a, bedoelde stukken en geeft ze de verzekering dat volgens de in haar bezit zijnde gegevens de transit niet zou kunnen geweigerd worden op grond van deze Overeenkomst, in het bijzonder van de artikelen 4 en 9.