4. se félicite de la désignation d'un premier vice-président de la Commission ayant des compétences en matière de respect de l'état de droit et de la charte et prend acte de son engagement à mettre en œuvre comme il se doit le cadre existant; espère qu'une stratégie interne sur les
droits fondamentaux sera rapidement adoptée, en étroite collaboration avec les autres institutions et après consultation d'une large représentation de la société civile et d'autres acteurs concernés; estime que cette stratégie devrait se fonder sur les articles 2, 6 et 7 du traité UE et être cohérente par rapport aux principes et aux objectifs des articles 8
...[+++] et 10 du traité FUE; déplore le manque de volonté politique de recourir à l'article 7 du traité UE à l'égard des États membres responsables de violations des droits fondamentaux à titre de sanction et de mesure de dissuasion; 4. begroet met instemming de benoeming van de eerste vicevoorzitter van de Commissie met bevoegdheden inzake de rechtsstaat en het Handvest en ne
emt kennis van zijn engagement voor een behoorlijke handhaving van het bestaande kader; verwacht dat op korte termijn een interne strategie wordt uitgevaardigd over de grondrechten, in nauwe samenwerking met de andere instellingen en in overleg met een ruime vertegenwoordiging van maatschappelijke organisaties en met andere belanghebbende partijen; is van mening dat de strategie moet worden gebaseerd op artikelen 2, 6 en 7 VEU en moeten consistent zijn met de beginselen en doelstellingen in ar
...[+++]tikelen 8 en 10 VWEU; betreurt het gebrek aan politieke wil om artikel 7 VEU in te zetten tegen lidstaten die zich schuldig maken aan schendingen van de grondrechten, om ze te straffen en als afschrikkende maatregel;