Art. 4. A défaut de suffisamment de moyens, il sera donné priorité, pour l'année d'activité 2014, au subventionnement de projets de foyers de jeunes qui, au 31 mai 2012, employaient un ou plusieurs remplaçants visés à l'article 6, alinéa premier, du décret du 7 mai 2004, à condition que des foyers de jeunes et les projets qu'ils ont introduits pour subventionnement remplissent les conditions visées au présent arrêté.
Art. 4. Bij onvoldoende middelen zal voor het werkjaar 2014 prioriteit gegeven worden aan de subsidiëring van projecten van jeugdhuizen die op 31 mei 2012 een of meer vervangers, vermeld in artikel 6, eerste lid, van het decreet van 7 mei 2004, tewerkstelden, op voorwaarde dat die jeugdhuizen en de projecten die ze ingediend hebben voor subsidiëring beantwoorden aan de voorwaarden vermeld in dit besluit.