M. D'Hooghe et Mme van Kessel déposent un amendement (do c. Sénat nº 2-1390/2, amendement nº 252 B) habilitant le Roi à déclarer le statut social des artistes applicable à d'autres catégories professionnelles, en fonction de l'évaluation qui sera faite de la loi à terme.
De heer D'Hooghe en mevrouw van Kessel dienen een amendement in (stuk Senaat, nr. 2-1390/2, amendement nr. 252 B), krachtens hetwelk aan de Koning de bevoegdheid wordt verleend om het sociaal statuut van de kunstenaars van toepassing te verklaren op andere beroepsgroepen, naar gelang van de evaluatie die op termijn van de wet zal worden gemaakt.