Si la cessation du versement de la pension alimentaire en raison de l'expiration du délai visé à l'alinéa 1 cause au créancier d'aliments un préjudice si important qu'il ne serait ni raisonnable ni équitable de ne pas proroger ce déali, le juge peut, à la demande de ce dernier, fixer un délai supplémentaire.
Indien de beëindiging van de uitkering ten gevolge van het verstrijken van de in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde termijn van zo ingrijpende aard is dat de ongewijzigde handhaving van die termijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de uitkeringsgerechtigde niet kan worden gevergd, kan de rechter op diens verzoek alsnog een bijkomende termijn vaststellen.