Cette différence de traitement frappe les enseignants qui, par hypothèse, sont entrés tôt dans la profession parce qu'ils ont terminé à un jeune âge leurs études; ce seuil d'âge pourrait avoir pour conséquence que des enseignants aient la même ancienneté pécuniaire alors que la durée de leurs prestations serait différente ou qu'ils aient une ancienneté pécuniaire différente alors même que la durée de leurs prestations serait la même.
Dat verschil in behandeling raakt de leerkrachten die, per hypothese, op vroege leeftijd in het beroep zijn gestapt omdat zij hun studie op jonge leeftijd hebben beëindigd; die leeftijdsdrempel zou tot gevolg kunnen hebben dat leerkrachten dezelfde geldelijke anciënniteit hebben, terwijl de duur van hun prestaties verschillend zou zijn, of dat zij een verschillende geldelijke anciënniteit hebben, zelfs indien de duur van hun prestaties dezelfde zou zijn.