Mme de T' Serclaes fait remarquer qu'au moment du décès, le conjoint survivant marié sous le régime de la séparation de biens pure et simple, s'il ne se voit pas attribuer la nue-propriété du logement familial (laquelle revient aux enfants), en devient cependant usufruitier.
Mevrouw de T' Serclaes merkt op dat de langstlevende echtgenoot die gehuwd is met scheiding van goederen, op het ogenblik van het overlijden van de andere echtgenoot vruchtgebruiker wordt van de gezinswoning, als hij al niet de blote eigendom daarvan verkrijgt (die anders naar de kinderen gaat).