M. Vandenberghe estime que le projet de loi modifie profondément la théorie de l'organe, avec la conséquence que les pouvoirs publics seront désormais responsables de leur fonctionnaire-organe, même si celui-ci commet un acte illicite intentionnel ou abuse de sa fonction, dès lors que les présomptions irréfragables de l'article 1384, alinéa 3, s'appliqueront.
De heer Vandenberghe is van mening dat het wetsontwerp de orgaantheorie diepgaand wijzigt zodat de overheid voortaan aansprakelijk is voor haar ambtenaar-orgaan, zelfs als deze een opzettelijke onrechtmatige daad begaat of misbruik maakt van zijn functie, omdat de onweerlegbare vermoedens van artikel 1384, derde lid zullen gelden.