4. insiste sur le lien existant entre émissions de gaz à effet de serre, changement climatique et conditions météorologiques exceptionnelles, ainsi que sur l'incidence et la gravité des catastrophes naturelles, de la dégradation des sols, des crises alimentaires, de l'accès de plus en plus difficile à l'eau potable, des flux migratoires à grande échelle et des conflits; constate que ces phénomènes sont préjudiciables aux efforts déployés à l'échelle mondiale pour réaliser les objectifs de développement durable et ont une incidence considérable sur les groupes plus pauvres et vulnérables;
4. wijst op de verbanden tussen broeikasgasemissies, klimaatverandering en abnormale weersomstandigheden, en de frequentie en ernst van natuurrampen, bodemdegradatie, voedselcrises, steeds moeilijkere toegang tot drinkwater, grootschalige migratiestromen en conflicten; wijst erop dat dergelijke verschijnselen een negatief effect hebben op de wereldwijde inspanningen om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te behalen, en een grotere weerslag hebben op de armere en kwetsbare bevolkingsgroepen;