Cette appellation était une référence explicite au corps de l'Ancien Régime : on abandonnait sciemment le concept de la force publique au service des pouvoirs constitutionnels impliquant ipso facto qu'elle ne serait pas au service d'un seul pouvoir , pour en revenir sous le régime néerlandais à un concept régalien de la force publique en vertu duquel cette force interviendrait exclusivement sur l'ordre du souverain et pour son service.
Deze benoeming is een expliciete verwijzing naar het korps van het Ancien Régime, van een openbare macht ten dienste van de constitutionele machten, hetgeen ipso facto impliceert dat de openbare macht niet ten dienste zou staan van één bepaalde macht. Men ging bewust terug naar een regaliaanse conceptie van de openbare macht onder het Nederlands bewind, waarbij deze uitsluitend onder het bevel van en ten dienste van de vorst zou moeten handelen.