Art. 9. Pour déterminer le montan
t des interventions forfaitaires que les institutions peuvent facturer pour la période comprise entre le 1 janvier 2001 et
le 30 juin 2001, le Service des soins de santé de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité se base sur une déclaration sur l'honneur, signée par le responsable de l'institution, dan
s laquelle celui-ci indique le nombre de bénéficiaires hébergés et le nombre d'équivale
...[+++]nts à temps plein du personnel occupé dans l'institution au 31 décembre 2000.
Art. 9. Teneinde het bedrag van de forfaitaire tegemoetkomingen dat de inrichtingen kunnen aanrekenen voor de periode tussen 1 januari 2001 en 30 juni 2001, te bepalen, baseert de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering zich op een verklaring op erewoord, ondertekend door de verantwoordelijke van de inrichting, waarin deze het aantal gehuisveste rechthebbenden en het aantal voltijdse equivalenten van het in de instelling aanwezige personeel op 31 december 2000 aangeeft.