16. reconnaît la compétence des autorités locales en matière d'urbanisme; souligne cependant que l'urbanisme ne devrait pas servir de prétexte pour contourner le droit à la liberté d'établissement; rappelle, à cet égard, qu'il est important de correctement mettre en œuvre l
a directive sur les services; invite instamment les États membres à lever les obstacles à la liberté de circulation et à ouvrir leurs marchés, afin de stimuler la compétitivité et de favoriser la diversité des magasins, laquelle est essentielle pour assurer l'attractivité des zones commerciales, en parti
...[+++]culier dans les centres-villes;
16. erkent de bevoegdheid van lokale overheden met betrekking tot stadsplanning; wijst er echter op dat stadsplanning niet mag worden gebruikt als voorwendsel om het recht van vrije vestiging te omzeilen; herinnert er in dit verband aan hoe belangrijk een goede handhaving van de dienstenrichtlijn is; roept de lidstaten op om belemmeringen voor het vrije verkeer uit de weg te ruimen en hun markt open te stellen teneinde het concurrentievermogen te stimuleren en een divers winkelaanbod te bevorderen, hetgeen van essentieel belang is als winkelgebieden, in het bijzonder in het centrum van steden, aantrekkelijk willen blijven;