10. se félicite de la réduction des taux de chômage dans l'Union; observe, néan
moins, que ces taux restent élevés et demande aux États membres de
suivre une approche globale pour la mise en œuvre de réelles politiques actives du marché du travail, qui viseraient à la fois l'employabilité des demandeurs d'emploi et une absence d'exclusive au sein du marché du travail et prévoiraient des mesures d'aide supplémentaires pour les demandeurs d'emploi comme les employeurs; insiste sur la nécessité de résoudre le problème de l'inadéquation
...[+++]des compétences et de leur obsolescence afin de lutter contre le chômage de longue durée, et estime qu'il est nécessaire d'assurer une plus grande coordination et intégration de ces politiques au niveau national et européen; demande, dès lors, la mise en place de mesures plus importantes pour soutenir et améliorer l'efficacité de la formation professionnelle ainsi que la coopération entre les établissements d'enseignement, les entreprises, les organisations patronales et les autres parties concernées, et souligne la nécessité d'améliorer l'efficacité des services de l'emploi publics et privés afin de remédier à l'inadéquation des compétences sur le marché du travail et de faciliter la recherche d'emploi dans l'Union; 10. is verheugd over de daling van de werkloosheidspercentages in de Unie; wijst er echter op dat de werkloosheidspercentages nog steeds hoog zijn, en vraagt de lidstaten om bij het voeren van een effectief actief arbeidsmarktbeleid een holistische aanpak te volgen die zowel op de inzetbaarheid van de werkzoekenden als op een inclus
ievere arbeidsmarkt gericht is, met extra steunmaatregelen voor zowel werkzoekenden als werkgevers; benadrukt dat er iets aan het probleem van de discrepantie tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden en het verouderen van vaardigheden moet worden gedaan om de langdurige werkloosheid aan te pakken, en is v
...[+++]an mening dat dit beleid op nationaal en Europees niveau meer moet worden gecoördineerd; vraagt om sterkere maatregelen ter ondersteuning en verdere ontwikkeling van doeltreffend beroepsonderwijs en -opleiding, samenwerking tussen onderwijsinstellingen, bedrijven, werkgeversorganisaties en andere belanghebbenden, en meent dat openbare en particuliere diensten voor arbeidsbemiddeling doeltreffender moeten worden, zodat de discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden op de arbeidsmarkt kunnen worden aangepakt en het zoeken naar werk in de Unie wordt vergemakkelijkt;