Par souci d’exhaustivité, je renvoie également à l’avis du Conseil d’État n° 40 537/1/3 sur le projet de loi portant dispositions diverses en matière de santé (Chambre des représentants, Documents parlementaires, DOC 51-2594/1, p. 193), qui a estimé qu’il ne peut suffire, eu égard au principe de légalité en matière répressive, d’habiliter le Roi à fixer les « modalités » (lire : les modalités précises) et la procédure relatives à la constatation de ces infractions.
Ik verwijs volledigheidshalve eveneens naar het advies van de Raad van State nr. 40 537/1/3 over het wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid (Kamer van volksvertegenwoordigers, Parlementaire stukken, DOC 51-2594/1, blz. 193), waarin de Raad van State geoordeeld heeft dat niet kan worden volstaan, gelet op het legaliteitsbeginsel in strafzaken, aan de Koning machtiging te verlenen om de “modaliteiten” (lees: de nadere regelen) en de procedure vast te stellen met betrekking tot de vaststelling van deze inbreuken.