En frappant ainsi celui qui ne sait pas qu'il commet une infraction (mais aurait dû le savoir), le texte méconnaît les normes traditionnellement admises en droit pénal selon lesquelles toute infraction suppose à tout le moins un dol général consistant dans le fait d'agir en connaissance de cause, avec la conscience d'accomplir l'acte illicite, sous la seule réserve des quelques rares cas d'infractions pouvant résulter d'imprudence.
Door op die wijze iemand te treffen die niet weet dat hij een misdrijf pleegt (maar het had moeten weten), is de tekst in strijd met de traditionele normen van het strafrecht volgens welke elk misdrijf minstens een algemeen opzet veronderstelt, namelijk dat men wetens en willens handelt en men er zich van bewust is iets onwettig te doen, behoudens enkele uitzonderlijke gevallen waarin het misdrijf het gevolg is van onvoorzichtigheid.