c) même si l'on soutenait que cette réserve est conforme à l'article 2 de la loi précitée et à la Constitution, il ressort des travaux préparatoires que le Gouvernement a eu en vue une seule réserve au sens strict du terme, à savoir celle relative à l'exercice du po
uvoir royal par les seuls descendants masculins, les autres réserves, parmi lesquelles celle relative à l'article 14.5, n'étant que des déclarations interprétatives en vue d'assurer la légalité, par rapport au Pacte, de dispositions de droit interne dont le Gouvernement considère qu'elles sont parfaitement conciliables avec l'esprit du Pacte et ne nécessitent pas de modificati
...[+++]ons suite à la ratification de ce dernier; seul le législateur est constitutionnellement compétent pour interpréter la loi, et non pas le Gouvernement, ni un acte de ratification; en outre, cette interprétation n'est pas conforme à l'esprit de l'article 14.5 du Pacte et l'article 479 du Code d'instruction criminelle appelle bien une modification, suite à la ratification; il n'est pas du tout conforme à la disposition précitée du Pacte. L'article 14.5 a dès lors effet direct.c) zelfs indien men zou volhouden dat dat voorbehoud in overeenstemming is met artikel 2 van de voormelde wet en met de Grondwet, uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat slechts één voorbehoud in de strikte zin van het woord door de Regering in het vooruitzicht werd gesteld, na
melijk het voorbehoud inzake de uitoefening van de koninklijke macht voor mannelijke nakomelingen, en dat de andere, waaronder dat inzake artikel 14.5, slechts interpretatieve verklaringen zijn om de wettigheid te verzekeren, met betrekking tot het Verdrag, van internrechtelijke bepalingen waarvan de Regering meent dat zij volkomen verenigbaar zijn met de gee
...[+++]st van het Verdrag en die geen wijzigingen behoeven als gevolg van de bekrachtiging van het Verdrag; enkel de wetgever is grondwettelijk bevoegd om een interpretatie te geven aan de wet, niet de Regering, niet een bekrachtigingsakte; daarenboven beantwoordt die interpretatie niet aan de geest van artikel 14.5 van het Verdrag en behoeft artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering wel degelijk een wijziging als gevolg van de bekrachtiging en stemt het geenszins overeen met de vermelde verdragsbepaling; derhalve heeft artikel 14.5 directe werking.