En vertu de l'article 119, quatrième alinéa, les États membres peuvent, dans le but de réaliser une égalité complète entre les hommes et les femmes dans le monde professionnel, prendre des mesures qui prévoient des avantages spécifiques facilitant l'exercice d'une profession par le sexe sous-représenté (le plus souvent les femmes donc).
Krachtens artikel 119, vierde lid, kunnen de Lid-Staten, om een volledige gelijkheid van mannen en vrouwen in het beroepsleven in de praktijk te verzekeren, maatregelen nemen waarbij specifieke voordelen worden ingesteld om de uitoefening van een beroepsactiviteit door het ondervertegenwoordigde geslacht (meestal de vrouwen dus) te vergemakkelijken.