13. appelle une nouvelle fois les États membres à garantir une pleine coopération entre les États parties, les États signataires et la Cour, conformément à l'article 86 du Statut de Rome, en vue de se conformer à l'objet et aux fins assignés à ce statut, pour lequel, selon les termes du Préambule, les «crimes les plus graves qui touchent l'ensemble de la communauté internationale ne doivent pas rester impunis», et ce:
13. herhaalt zijn verzoek aan de lidstaten om te zorgen voor volledige samenwerking tussen de staten die partij zijn, de ondertekenende staten en het ICC, overeenkomstig artikel 86 van het Statuut van Rome, opdat in de preambule vermelde voorwerp en doel van het Statuut worden geëerbiedigd, namelijk dat „ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan, niet ongestraft mogen blijven”, en wel door: