(7) Il convient que la présente directive s’applique, quand il est scientifiquement prouvé que le système nerveux est capable d'intégrer des signaux de douleur, aux formes embryonnaires et fœtales des animaux vertébrés pour lesquelles une naissance est envisagée, lorsque des données scientifiques montrent que ces formes, dans le dernier tiers de leur développement, présentent un risque accru d’éprouver de la douleur, de la souffrance et de l’angoisse, qui peuvent aussi affecter négativement leur développement ultérieur.
(7) Deze richtlijn dient, wanneer wetenschappelijk bewezen is dat het zenuwstelsel in staat is pijnsignalen te registreren, van toepassing te zijn op de embryonale en foetale vormen van gewervelde dieren waarvoor een geboorte is gepland; als er wetenschappelijke aanwijzingen zijn dat voor deze vormen tijdens het laatste derde van hun ontwikkelingsproces een toenemend risico bestaat dat zij pijn, lijden en angst ondervinden, wat ook negatieve gevolgen kan hebben voor hun verdere ontwikkeling.