70. insiste sur la nécessité d'une surveillance internationale de la situation des droits de l'homme en Chine et appelle les États membres de l'Union à s'engager à établir cette surveillance compte tenu de l'incapacité du dialogue UE-Chine sur les droits de l'homme à abou
tir à des résultats significatifs et tangibles; reste par ailleurs préoccupé par l'augmentation des restrictions frappant les défenseurs des droits de l'homme, les avocats, les militants de la société civile, les journalistes et les blogueurs; soutient les revendications légitimes du peuple chinois, au niveau national, au sujet de leurs droits et libertés fondamentaux;
...[+++] rappelle que l'Union européenne pourrait à cet égard jouer un rôle de facilitateur en suscitant une plus grande confiance, en trouvant des modalités de dialogue et en améliorant les instruments déjà existants; 70. benadrukt de noodzaak van internationaal toezicht op de mensenrechtensituatie in China en dringt er bij de EU-lidstaten op aan zich actief in te zetten voor de totstandbrenging van dit toezicht i
n het licht van het feit dat de dialoog EU-China inzake mensenrechten tot dusver geen beduidende en tastbare resultaten heeft opgeleverd; blijft bezorgd over de toenemende beperkingen gericht op mensenrechtenverdedigers, juristen, activisten uit het maatschappelijk middenveld, journalisten en bloggers; steunt de interne vraag van het Chinese volk om de fundamentele vrijheden en rechten waarop het recht heeft; herinnert eraan dat de EU in d
...[+++]at verband als bemiddelaar zou kunnen optreden door meer vertrouwen te scheppen, nieuwe manieren te vinden om in dialoog te treden, en de bestaande instrumenten te verbeteren;