Le fait que, selon l'appelante devant le juge a quo, les pièces visées à l'article 380 ancien, alinéa 1, du CIR 1992 ai
ent été déposées au greffe de la cour d'appel, n'im
plique pas qu'il ne serait pas utile qu'il soit statué sur la question de savoir si les dispositions en cause da
ns l'interprétation mentionnée en B.3 sont ou non discriminatoire
s : l'obligation de signification ...[+++] en cause est en effet une formalité prévue pour assurer la légalité de l'impôt, en sorte telle que la déchéance qu'entraîne son inobservation est d'ordre public (Cass., 21 avril 1998, Pas., 1988, n° 506).Het feit dat de in het vroegere artikel 380, eerste lid, van het WIB 1992 bedoelde stukken volgens de appellante voor de verw
ijzende rechter ter griffie van het hof van beroep werden neergelegd, impliceert niet dat het niet nuttig zou zijn dat uitspraak wordt gedaan over de vraag of de in het geding zijnde bepalingen, in de in B.3 vermelde interpretatie, al dan niet discriminerend zijn : de in het geding zijnde verplichting tot betekening is immers een vorm die is voorgeschreven om de wettigheid van de belasting te verzekeren, zodat het verval waartoe de
...[+++]niet-inachtneming ervan leidt, de openbare orde raakt (Cass., 21 april 1988, Arr. Cass., 1987-1988, nr. 506).