Art. 29. § 1 . Tout pouvoir organisateur qui ne peut pourvoir à un emploi qualifié de primo-recrutement au sens de l'article 25, selon les règles de priorisation reprises à l'article 26 ou dans le respect des règles particulières ou dérogatoires visées aux articles 30 à 35 doit préalablement à toute désignation ou engagement d'un porteur de titres d'une catégorie inférieure en terme de priorisation, consulter la base de données mise à sa disposition par le Gouvernement.
Art. 29. § 1. Elke inrichtende macht die geen gekwalificeerde nieuwaanwerving-betrekking kan toekennen in de zin van artikel 25, volgens de in artikel 26 vermelde voorrangsregels of met inachtneming van de bijzondere regels of afwijkingsregels bedoeld in de artikelen 30 tot 35, moet, vóór elke aanstelling of aanwerving van een houder van bekwaamheidsbewijzen van een lagere voorrangscategorie, de databank raadplegen die haar door de Regering ter beschikking wordt gesteld.