La commission a simplement déclaré qu'il « vaut mieux ne pas recourir à la fonction de juge de complément, qui a une autre finalité (mobilité accrue et disponibilité plus large d'une partie du corps), pour mettre en oeuvre, de façon détournée, cette mesure de crise » (op. cit., point III. 15, p. 23).
De Commissie heeft uitsluitend verklaard dat « de functie van toegevoegd rechter, die een andere finaliteit heeft (meer mobiliteit en meer verspreide inzetbaarheid van een deel van het korps) beter niet wordt gebruikt om (verdoken) deze crisismaatregel te realiseren » (op. cit., punt III. 15, blz. 24).