1. Les États membres veillent à ce que l'autorité compétente, grâce aux informations reçues des exploitants conformément aux articles 6 et 9, ou au moyen de demandes présentées conformément à l'article 8, paragraphe 1 bis, ou encore par des inspections au titre de l'article 19, recense tous les établissements à quantité-seuil faible ou élevée ou groupes d'établissements dans lesquels la probabilité et la possibilité ou les conséquences d'un accident majeur peuvent être accrues du fait de la localité et de la proximité de ces établissements, ou des risques nature
ls inhérents à leur situation géographique, ainsi ...[+++] que les invent
aires de substances dangereuses de ces établissements, ou la proximité d'autres sites.
1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteit aan de hand van de door de exploitanten overeenkomstig de artikelen 6 en 9 verstrekte informatie, of op verzoeken overeenkomstig artikel 8, lid 1 bis, of door inspecties uit hoofde van artikel 19, bepaalt voor welke primair beoogde en niet-primair beoogde inrichtingen of groepen inrichtingen de waarschijnlijkheid en de mogelijkheid of de gevolgen van een zwaar ongeval groter kunnen zijn ten gevolge van de ligging, de risico's die aan de geografische situatie verbonden zijn, de nabijheid van die inrichtingen en de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen.