À la différence du règlement, la directive prévoit que les autorités de l'État membre sur le territoire duquel est située une succursale n'ont qu'un rôle d'avertisseur, mais ne peuvent en aucun cas prendre des mesures de redressement ou de cessation des activités à l'encontre des établissements.
In tegenstelling tot de verordening, bepaalt de richtlijn dat de autoriteiten van de lidstaat op het grondgebied waarvan zich een bijkantoor bevindt, slechts een knipperlichtfunctie hebben, maar in geen geval maatregelen kunnen nemen tot sanering of beëndiging van de activiteiten betreffende de instellingen.