Si, au moment où le membre de sa famille demande l'établissement, l'étranger C. E. est en possession d'une attestation d'immatriculation dont la durée de validité a été prolongée à six mois (application de l'article 51, § 2, alinéa 4, ou § 5, alinéa 3, ou article 53, § 2, alinéa 4, ou § 5, alinéa 3, de l'arrêté royal du 8 octobre 1981 - voir Chapitre III, A, point 2.d, de la présente circulaire), le membre de sa famille est mis en possession d'une attestation d'immatriculation valable six mois.
Indien de E.G.-onderdaan in het bezit is van een attest van immatriculatie waarvan de geldigheidsduur verlengd werd tot zes maanden [artikel 51, § 2, vierde lid of § 5, derde lid of artikel 53, § 2, vierde lid, of § 5, derde lid, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 (hoofdstuk III, A, punt 2., d, van deze omzendbrief)], op het moment dat het familielid een aanvraag tot vestiging indient in België, verkrijgt het familielid een attest van immatriculatie met een geldigheidsduur van zes maanden.