La révolte de Budapest en 1956, le printemps de Prague en 1968 et les révolutions chantantes baltes de 1990 ont contribué à la construction d’une Europe au tout début du XXIe siècle dont peu d’Européens auraient pu rêver tout au long des 2000 ans précédents de notre histoire troublée.
De opstand in Boedapest van 1956, de Praagse Lente van 1968 en de zingende revoluties in de Baltische staten van 1990 hebben bijgedragen aan de totstandkoming, aan het begin van de 21e eeuw, van een Europa waarvan maar weinig Europeanen hadden durven dromen gedurende de afgelopen 2000 jaar van onze roerige geschiedenis.