Il a tout d’abord désigné les sangliers, les porcs ainsi que les chevaux. Toutefois, au 19e siècle, il était déjà utilisé universellement, comme l’indique l’Encyclopédie universelle de 1863 (tome 13), publiée à Varsovie, pour désigner les jeunes porcs bien nourris et bien gras.
De oorspronkelijke betekenis was wild zwijn of varken, maar ook paard. Uit de in 1863 in Warschau uitgegeven „Algemene encyclopedie” (deel 13) blijkt echter dat „kaban” in de 19e eeuw al de gangbare benaming was voor een jong en goed vetgemest varken.