A l'occasion de l'adoption de ce mandat de négociation le Conseil et la Commission ont fait la déclaration suivante : "La Commission et le Conseil rappellent l'importance de leur Déclaration conjointe du 5 avril 1993 qui indiquait que "dans le développement de ses relations avec la Slovénie, la Communauté s'attend à ce que la Slovénie évite toute différence de traitement fondée sur la nationalité ou la résidence et ayant trait aux mouvements de capitaux et aux investissements immobiliers à l'égard de citoyens des pays membres de la Communauté".
Ter gelegenheid van de aanneming van dit onderhandelingsmandaat hebben de Raad en de Commissie de volgende verklaring afgelegd : "De Commissie en de Raad wijzen op het belang van hun gezamenlijke Verklaring van 5 april 1993 : "Bij de uitbouw van haar betrekkingen met Slovenië verwacht de Gemeenschap dat Slovenië afziet van elk verschil in behandeling van onderdanen van de Lid- Staten van de Gemeenschap op grond van nationaliteit of woonplaats, ter zake van het kapitaalverkeer en beleggingen in onroerende goederen".