L'article 3 attaqué doit par conséquent être interprété comme empêchant d'instaurer de nouveaux grades dans la catégorie du « personnel roulant », telle qu'elle existait dans le règlement de pension de la SNCB-Holding au 28 décembre 2011; cette disposition ne peut toutefois être interprétée comme imposant, pour pouvoir continuer à bénéficier du régime préférentiel maintenu dans l'article 88, alinéa 2, de la loi du 28 décembre 2011, d'appartenir à la catégorie du personnel roulant de la SNCB au moment de l'ouverture du droit à une pension anticipée.
Het bestreden artikel 3 moet bijgevolg in die zin worden geïnterpreteerd dat het verhindert om nieuwe graden in te voeren in de categorie van het « rijdend personeel », zoals zij in het pensioenreglement van de NMBS-Holding op 28 december 2011 bestond; die bepaling kan evenwel niet in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de verplichting oplegt dat, teneinde de in artikel 88, tweede lid, van de wet van 28 december 2011 behouden preferentiële regeling te kunnen blijven genieten, iemand tot de categorie van het rijdend personeel van de NMBS dient te behoren op het ogenblik van de opening van het recht op een vervroegd pensioen.