La réinsertion de cette disposition, tout comme son insertion originelle dans la loi du 21 mars 1991, entend exclure le risque pour la (nouvelle) SNCB d'être expropriée de biens immeubles utiles à l'exploitation ferroviaire alors qu'elle ne pourrait trouver un bien immeuble de remplacement approprié sans faire de grandes dépenses.
Met deze bepaling, zoals met de oorspronkelijke bepaling in de wet van 21 maart 1991, wordt beoogd het risico uit te sluiten dat (nieuwe) NMBS zou worden onteigend van onroerende goederen die nuttig zijn voor de spoorwegexploitatie, terwijl ze moeilijk zonder grote uitgaven een geschikt vervangend onroerend goed zou kunnen vinden.