2. - Modalités selon lesquelles la victime peut demander à être informée
ou être entendue ou formuler des conditions susceptibles d'être imposées dans son intérêt lors de l'octroi des modalités d'exécution de l'internement Section 1. - Disposition relative à la victime désignée dans la saisine du ministère public visé par l'article 29, § 1, alinéa 3, de la loi Art. 2. § 1. La saisine du ministère public visée par l'article 29, § 1, alinéa 3, de la loi, est accompagnée d'un dossier d'information contenant au moins : - une liste reprenant les données d'identification des victimes connues ainsi que leurs coordonnées et, le cas échéant,
...[+++]la mention de la catégorie à laquelle ces victimes appartiennent (catégories visées par l'article 3, 9°, a) et b), de la loi) ; - une copie des jugements et arrêts ; - un extrait du casier judiciaire, contenant les données qui sont nécessaires pour permettre à la victime d'exercer ses droits ; - l'indication de la chambre de protection sociale compétente ; Et, le cas échéant : - une copie de la fiche d'écrou actualisée, contenant les données qui sont nécessaires pour permettre à la victime d'exercer ses droits ; - les éventuelles décisions déjà prises par la chambre de protection sociale, le juge de protection sociale ou la Cour de Cassation; § 2.2. - Wijze waarop het slachtoffer kan vragen om te worden geïnformeerd, te worden gehoord o
f om voorwaarden te formuleren die in zijn belang kunnen worden opgelegd bij de toekenning van de uitvoeringsmodaliteiten van internering Afdeling 1. - Bepaling ten aanzien van het slachtoffer aangeduid in de vatting van het openbaar ministerie zoals bedoeld in artikel 29, § 1, derde lid, van de wet Art. 2. § 1. De vatting van het openbaar ministerie, zoals bedoeld in artikel 29, § 1, derde lid, van de wet, wordt vergezeld van een inlichtingendossier dat minstens omvat : - een lijst met de identificatie- en contactgegevens van de gekende slacht
...[+++]offers met, in voorkomend geval, de vermelding tot welke categorie deze slachtoffers behoren (categorieën zoals bedoeld in artikel 3, 9°, a) en b) van de wet); - een afschrift van de vonnissen en arresten; - een uittreksel uit het strafregister, dat de gegevens omvat die nodig zijn opdat het slachtoffer zijn rechten zou kunnen uitoefenen; - de vermelding van de bevoegde kamer voor de bescherming van de maatschappij; En, in voorkomend geval : - een afschrift van de geactualiseerde opsluitingsfiche, dat de gegevens omvat die nodig zijn opdat het slachtoffer zijn rechten zou kunnen uitoefenen; - de eventueel reeds genomen beslissingen door de kamer voor de bescherming van de maatschappij, de rechter voor de bescherming van de maatschappij of het Hof van Cassatie; §2.