Art. 23. Les organisations de travailleurs représentées à la Commission paritaire de l'industrie alimentaire, proposent au conseil d'administration du Fonds, l'objet et le montant des avantages sociaux complémentaires choisis, en application de l'article 3, 2° des présents statuts et dont l'octroi est réservé aux ouvriers et ouvrières visés à l'article 5, b) des mêmes statuts, et pour autant qu'ils n'en aient pas été exclus pour non respect de la convention de paix sociale du 3 décembre 1964 de la Commission paritaire nationale de l'industrie alimentaire.
Art. 23. De werknemersorganisaties vertegenwoordigd op het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid stellen aan de raad van beheer van het Fonds het voorwerp en het bedrag voor van de aanvullende sociale voordelen gekozen in toepassing van artikel 3, 2° van deze statuten en waarvan de toekenning voorbehouden is aan de in artikel 5, b) van dezelfde statuten bedoelde werklieden en werksters, en op voorwaarde dat ze niet uitgesloten werden wegens het niet-eerbiedingen vande overeenkomst voor sociale vrede van 3 december 1964 van het Nationaal Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.