Considérant que les circonstances évoquées par la société exploitante, à l'occasion de l'audition de son gérant, ne peuvent constituer des motifs économiques ou sociaux exceptionnels dûment justifiés au sens de l'article 7, § 4, alinéa 1, 4° de l'ordonnance de nature à expliquer et justifier le peu de jours durant lesquels deux des trois véhicules exploités ont été mis à disposition du public durant la longue période examinée:
Overwegende dat de omstandigheden ingeroepen door de exploiterende onderneming tijdens het verhoor van haar exploitant, niet beschouwd kunnen worden als uitzonderlijke economisch of sociaal verantwoorde redenen in de zin van artikel 7, § 4, lid 1, 4° van de Ordonnantie ter verklaring en staving van het beperkt aantal dagen tijdens dewelke twee van de drie geëxploiteerde voertuigen gedurende de lange beschouwde periode ter beschikking van het publiek gesteld werden: