Vertaling van "société eau de vie à court-saint-etienne " (Frans → Nederlands) :

Par arrêté ministériel du 19 décembre 2016 qui entre en vigueur le jour de sa publication par extrait au Moniteur belge, l'agrément comme système d'épuration individuelle du système d'épuration présenté par la société Eau de Vie à Court-Saint-Etienne sous l'appellation commerciale PhytoSTEPR 5 EH pour une capacité de 5 équivalent-habitants est octroyé, pour une durée de cinq ans, sous le numéro de référence 2016/16/101/A.
Bij ministerieel besluit van 19 december 2016, dat in werking treedt op de datum van bekendmaking ervan bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad, wordt het zuiveringssysteem dat door de vennootschap "Eau de Vie" in Court-Saint-Etienne onder de handelsnaam "PhytoSTEPR 5EH" (capaciteit 5 inwonerequivalenten) in omloop gebracht wordt, voor vijf jaar erkend als individueel zuiveringssysteem (referentienummer 2016/16/101/A).

Art. 4. § 1 . Sont considérées comme des zones radon à risque géogène (une classification schématique figure en annexe 2) : 1° Les communes de la classe radon 2 2° Les vallées et les berges des cours d'eau de la Dyle, la Thyle, la Sennette, l'Orne, la Senne et la Hain, dans les communes de Genappe, Court-Saint-Etienne, Mont-Saint-Guibert, Villers-la-Ville, Ottignies-LLN, Ittre, Tubize, Braine-le-Château, Ecaussinnes et Soignies.
Art. 4. § 1. Worden beschouwd als geogene radonrisicozones (een schematische voorstelling is opgenomen in bijlage 2) : 1° De gemeenten van radonklasse 2 2° De riviervalleien en flanken van de Dijle, Thyle, Sennette, Orne en Zenne en Hain in de gemeenten Genepiën, Court-Saint-Etienne, Mont-Saint-Guibert, Villers-la-Ville, Ottignies-LLN, Itter, Tubeke, Kasteelbrakel, Ecaussinnes en Zinnik.

15. M. Victor Waucquez, industriel, demeurant à Bruxelles, avenue des Arts n° 57. Agissant en qualité de porte-fort de : 1° La Société en nom collectif Waucquez, Jules et Compagnie, ayant son siège social à Bruxelles, rue des Tanneurs n° 65. 2° M. Auguste De Broux, industriel, demeurant à Court-Saint-Etienne.
15. M. Victor Waucquez, industrieel, verblijvend te Brussel, Kunstlaan nr. 57. Handelend in de hoedanigheid van borgstelling van : 1° De Vennootschap onder firma Waucquez, Jules en Compagnie, met sociale zetel te Brussel, Huidvetterstraat nr. 65. 2° M. Auguste De Broux, industrieel, verblijvend te Court-Saint-Etienne.

2° Le lit et les berges des cours d'eau de la Dyle, la Thyle, la Sennette, l'Orne, la Senne et la Hain, dans les communes de Genappe, Court-Saint-Etienne, Mont-Saint-Guibert, Villers-la-Ville, Ottignies-LLN, Ittre, Tubize, Braine-le-Château, Ecaussinnes et Soignies.
2° De rivierbeddingen en flanken van de stromen de Dijle, Thyle, Sennette, Orne en Zenne en Hain in de gemeenten Genepiën, Court-Saint-Etienne, Mont-Saint-Guibert, Villers-la-Ville, Ottignies-LLN, Itter, Tubeke, Kasteelbrakel, Ecaussinnes en Zinnik.

16. affirme sa conviction que la RSE doit comporter des mesures sociales portant notamment sur la formation professionnelle, la conciliation entre vie familiale et professionnelle, des conditions de travail adaptées; réaffirme sa conviction dans le «dossier documentaire» concernant la RSE, mais rappelle que, si un tel dossier ne s'applique pas à court terme dans une situation ou société donnée, cela ne peut jamais servir de prétexte pour opter pour l'irresponsabilité ou un comportement antisocial; est convaincu qu'il existe des résultats de recherches suffisants pour établir ce «dossier documentaire» et que la priorité doit être accordée à la diffusion de ces recherches; demande à ce que les nouvelles recherches portant sur la RSE évaluent l'incidence cumulée de l'évolution des entreprises dans le contexte de la RSE sur la façon dont elles font face aux défis européens et mondiaux tels que les émissions de carbone, l'acidification de l'eau, la pauvreté extrême, le travail des enfants ou les inégalités, et demande à ce que les enseignements qui en ressortent soient intégrés à la contribution future de l'Europe à l'élaboration d'initiatives mondiales en matière de RSE;
16. is van mening dat MVO ook sociale maatregelen moet omvatten die met name gericht zijn op beroepsopleidingen, de combinatie van werk en gezin, en aangepaste arbeidsomstandigheden; herhaalt te geloven in economische argumenten voor MVO, maar wijst er opnieuw op dat wanneer deze argumenten niet op korte termijn van toepassing zijn op een situatie of bedrijf, ze niet als excuus kunnen worden aangewend voor asociaal en onverantwoord handelen; is van mening dat er voldoende bestaand onderzoeksmateriaal is om de economische argumenten te staven en dat verspreiding van dat onderzoeksmateriaal prioriteit moet krijgen; dringt erop aan dat nieuw onderzoek naar MVO wordt gewijd aan het beoordelen van de cumulatieve effecten van dankzij MVO gewijzigd gedrag van bedrijven bij de aanpak van algemene Europese en wereldwijde uitdagingen zoals koolstofemissies, waterverzuring, extreme armoede, kinderarbeid of ongelijkheid, en benadrukt dat de getrokken lessen moeten worden meegenomen in de toekomstige bijdragen van Europa aan de ontwikkeling van wereldwijde MVO-initiatieven;

16. affirme sa conviction que la RSE doit comporter des mesures sociales portant notamment sur la formation professionnelle, la conciliation entre vie familiale et professionnelle, des conditions de travail adaptées; réaffirme sa conviction dans le "dossier documentaire" concernant la RSE, mais rappelle que, si un tel dossier ne s'applique pas à court terme dans une situation ou société donnée, cela ne peut jamais servir de prétexte pour opter pour l'irresponsabilité ou un comportement antisocial; est convaincu qu'il existe des résultats de recherches suffisants pour établir ce "dossier documentaire" et que la priorité doit être accordée à la diffusion de ces recherches; demande à ce que les nouvelles recherches portant sur la RSE évaluent l'incidence cumulée de l'évolution des entreprises dans le contexte de la RSE sur la façon dont elles font face aux défis européens et mondiaux tels que les émissions de carbone, l'acidification de l'eau, la pauvreté extrême, le travail des enfants ou les inégalités, et demande à ce que les enseignements qui en ressortent soient intégrés à la contribution future de l'Europe à l'élaboration d'initiatives mondiales en matière de RSE;
16. is van mening dat MVO ook sociale maatregelen moet omvatten die met name gericht zijn op beroepsopleidingen, de combinatie van werk en gezin, en aangepaste arbeidsomstandigheden; herhaalt te geloven in economische argumenten voor MVO, maar wijst er opnieuw op dat wanneer deze argumenten niet op korte termijn van toepassing zijn op een situatie of bedrijf, ze niet als excuus kunnen worden aangewend voor asociaal en onverantwoord handelen; is van mening dat er voldoende bestaand onderzoeksmateriaal is om de economische argumenten te staven en dat verspreiding van dat onderzoeksmateriaal prioriteit moet krijgen; dringt erop aan dat nieuw onderzoek naar MVO wordt gewijd aan het beoordelen van de cumulatieve effecten van dankzij MVO gewijzigd gedrag van bedrijven bij de aanpak van algemene Europese en wereldwijde uitdagingen zoals koolstofemissies, waterverzuring, extreme armoede, kinderarbeid of ongelijkheid, en benadrukt dat de getrokken lessen moeten worden meegenomen in de toekomstige bijdragen van Europa aan de ontwikkeling van wereldwijde MVO-initiatieven;

Par arrêté royal du 26 mars 2003, qui entre en vigueur le 14 avril 2003, M. Patrick VANDEN BOSSCHE, à Jette, est nommé, en qualité de représentant d'une organisation de travailleurs, membre effectif de la Commission paritaire pour les sociétés de bourse, en remplacement de M. Marc VANDERMOSTEN, à Court-Saint-Etienne, dont le mandat a pris fin à la demande de l'organisation qui l'avait présenté; il achèvera le mandat de son prédécesseur.
Bij koninklijk besluit van 26 maart 2003, dat in werking treedt op 14 april 2003, wordt de heer Patrick VANDEN BOSSCHE, te Jette, als vertegenwoordiger van een werknemersorganisatie, tot gewoon lid benoemd van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, ter vervanging van de heer Marc VANDERMOSTEN, te Court-Saint-Etienne, wiens mandaat een einde nam op verzoek van de organisatie die hem had voorgedragen; hij zal het mandaat van zijn voorganger voleindigen.