Un autre amendement, qui avait le même objet, insistait sur les problèmes pratiques posés par l'excusabilité des personnes morales, notamment ceux qui proviennent d'un « commerce de sociétés déclarées excusables » et du contentieux relatif aux dettes à l'égard de l'O.N.S.S (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50-1132/003, pp. 2 et 3; DOC 50-1132/008, pp. 2 et 3).
In een ander amendement, met hetzelfde onderwerp, werd de nadruk gelegd op de praktische problemen die voortvloeien uit de verschoonbaarheid van rechtspersonen, meer bepaald die welke het gevolg zijn van een « handel in verschoonbaar verklaarde vennootschappen » en van de geschillen over de R.S.Z.-schulden (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1132/003, pp. 2 en 3; DOC 50-1132/008, pp.