6. observe que, du fait de la crise économique, le chômage et les difficultés sociales ne cessent de s'accroître dans un certain nombre d'États membres et affectent différemment les jeunes et les personnes âgées, les femmes, les hommes et leur famille, et demande dès lors à l'Union européenne et aux États membres de renforcer leur engagement et de prendre des mesures spécifiques en faveur de l'élimination de la pauvreté et de la lutte contre l'exclusion sociale, étant donné que la misère et l'exclusion sociale constituent une violation des droits
de l'homme et qu'au moins un Européen sur six est touché par ces fléaux; demande à la Commi
...[+++]ssion et aux États membres de mettre l'accent sur les groupes les plus vulnérables (familles monoparentales, familles de trois enfants ou plus, personnes handicapées, minorités ethniques, notamment les Roms, personnes vivant dans les microrégions les plus désavantagées, personnes aux capacités de travail réduites et jeunes sans expérience professionnelle); est d'avis que l'accès à la formation et au marché du travail, ainsi que la participation à la vie en société, sont indispensables à une vie décente; demande à l'Union européenne et aux États membres de veiller à ce que des mesures soient prises pour éradiquer la pauvreté et que les enfants reçoivent tous les mêmes chances dans la vie; 6. wijst erop dat werkloosheid en sociale tegenspoed in een aantal lidstaten als gevolg van de economische crisis nog altijd toenemen en
jongeren en oudere mensen, man en vrouw en hun gezin op verschillende manieren treffen, en vraagt de Europese Unie en de lidstaten dan ook om hun inzet uit te breiden en doelgerichte maatregelen te nemen om armoede uit te roeien en sociaal isolement te bestrijden, omdat armoede en sociaal isolement een schending van de rechten van de mens betekenen en op zijn minst 1 op elke 6 Europese burgers treffen; vraagt hun om hun aandacht vooral op de kwetsbaarste groepen te richten (éénoudergezinnen, gezinnen m
...[+++]et 3 of meer kinderen, gehandicapten, etnische minderheden, vooral zigeuners, de bevolking van zeer kleine achtergestelde gebieden, personen met verminderde arbeidsmogelijkheden en jongeren zonder arbeidservaring); meent dat een bevredigende levenswijze onderwijsmogelijkheden, toegang tot de arbeidsmarkt en deelname aan de samenleving veronderstelt, en vraagt de Europese Unie en de lidstaten om erop toe te zien dat er maatregelen getroffen worden om de armoede van kinderen uit te roeien en te zorgen alle kinderen gelijke kansen in het leven krijgen;