1. Chaque État mem
bre d’accueil d’une société de gestion veille à ce que, lorsqu’une société de gestion agréée dans u
n autre État membre exerce son activité sur son territoire par le biais d’une succursale, les autorités compétentes de l’État membre d’origine de la
société de gestion puissent, après en avoir informé les autorités compétentes de l’État membre d’accueil de la société de gestion, procéder elles-mêmes ou par l’interméd
...[+++]iaire de personnes qu’elles mandatent à cet effet à la vérification sur place des informations visées à l’article 109.
1. De lidstaten van ontvangst van de beheermaatschappij dragen er zorg voor dat, wanneer een beheermaatschappij waaraan in een andere lidstaat vergunning is verleend, in de lidstaat van ontvangst haar werkzaamheden uitoefent door middel van een bijkantoor, de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij, na de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van de beheermaatschappij daarvan in kennis te hebben gesteld, zelf of via een daartoe geïnstrueerde tussenpersoon de in artikel 109 bedoelde gegevens ter plaatse kunnen verifiëren.