2. « L'article 39, § 1, du Code des impôts sur les revenus 1992 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il prévoit une exonération des indemnités versées par un assureur des accidents du travail ou par le Fonds des maladies professionnelles sans qu'il y ait perte de revenus, et en tant qu'il établit même, en son alinéa 2, une présomption d'absence de perte de revenus, alors que cette exonération n'existe pas pour les indemnités résultant d'une assurance 'revenu garanti', bien que ces deux formes d'assurance ou de
protection sociale soient constituées grâce à des primes déductibles, soit dans le chef du bénéficiaire
...[+++], soit dans le chef de son employeur, et bien que les causes de la couverture puissent se présenter dans toutes les hypothèses dans le cadre de l'activité professionnelle et que les assurances comme le Fonds couvrent en substance le même risque, à savoir une invalidité économique ?2. « Schendt artikel 39, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een vrijstelling invoert voor vergoedingen uitgekeerd door een arbeidsongevallenverzekeraar of het Fonds voor beroepsziekten zonder dat er een inkomstenverlies is, en zelfs in zijn tweede lid een vermoeden van afwezigheid van inkomensverlies invoert, terwij
l deze vrijstelling niet bestaat voor uitkeringen ingevolge een verzekering 'gewaarborgd inkomen', alhoewel beide vormen van verzekering of sociale bescherming worden gevormd door aftrekbare premies hetzij bij de genieter, hetzij bij zijn werkgever; de oo
...[+++]rzaken van de dekking zich in alle gevallen kunnen voordoen binnen het kader van de beroepswerkzaamheid en zowel de verzekeringen en het Fonds in wezen hetzelfde risico dekken, namelijk een economische invaliditeit ?