En ce qui concerne les peines de prison suspendues (combinées avec des mesures de surveillance et de rééducation), il y a clairement - voir points 3.2.2.1 et 3.2.2.2 ci-dessus - un besoin de couvrir aussi ces peines par un schéma de reconnaissance, afin d'éviter que des personnes qui commettent des délits dans un autre État membre que celui de leur résidence habituelle, soient discriminées car punies plus sévèrement que s'ils les avaient commis dans l'Etat membre de leur résidence habituelle, parce que la suspension des peines de prison ne leur serait pas accordée.
Ook wat opgeschorte gevangenisstraffen betreft (waaraan toezicht- en reëducatiemaatregelen zijn verbonden) is er
duidelijk - zie de punten 3.2.2.1 en 3.2.2.2 hiervoor - behoefte aan erkenning, teneinde te voorkomen dat personen die strafbare feiten begaan in een andere lidstaat dan die van hun vast
e woonplaats worden gediscrimineerd - want strenger gestraft dan ingeval zij deze feiten hadden begaan in de lidstaat van hun vaste woonplaats, omdat opschorting van de gevan
genisstraf voor hen niet ...[+++] mogelijk is.