L'arrêté royal du 30 avril 1991 accordant une prime de bilinguisme au personnel des administrations de l'État s'applique aux fonctionnaires nommés à titre définitif et aux membres du personnel contractuels du ministère des Finances à
la condition qu'ils soient employés au moyen d'un contrat à durée indéterminée, et 1. qu'ils aient prouvé devant une commission d'examen, composée de l'administrateur délégué du Selor - Bureau de sélection de l'administration fédérale - qu'ils connaissent la deuxième langue nationale, ou, que, sur la base de leur diplôme, ils soient dispensés de cet examen, et que la délivrance du certificat de connaissances
...[+++] linguistiques corresponde au niveau de leur grade; on a en l'espèce le choix entre les divers examens linguistiques prévus dans l'arrêté royal du 8 mars 2001 fixant les conditions de délivrance des certificats de connaissances linguistiques prévus à l'article 53 des lois sur l'emploi des langues en matière administrative coordonnées le 18 juillet 1966; 2. qu'ils aient établi leur poste administratif dans la Région bilingue de Bruxelles-Capitale ou qu'ils aient été affectés à un service où le bilinguisme du personnel est imposé ou permis par une disposition légale; 3. qu'ils soient en activité de service et qu'ils bénéficient d'un traitement.Het koninklijk besluit van 30 april 1991 tot toekenning van een premie voor tweetaligheid aan het personeel van de rijksbesturen is van toepassing op de vastbenoemde ambtenaren en contractuele personeelsleden van het ministerie van Financiën op voorwaarde dat zij tewerkgesteld zijn met een contract van onbepaalde duur, die 1. voor een examencommissie, samengesteld door de afgevaardigd bestuurder van Selor - Selectiebureau van de federale overheid -, het bewijs hebben geleverd dat zij de tweede landstaal kennen, of op grond van hun diploma van dit examen zijn vrijgesteld, en dat het uitgereikte bewijs omtrent de taalkennis overeenstemt met het niveau van hun graad; men heeft in casu de keuze tussen de diverse taalexamens voorzien in het kon
...[+++]inklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966; 2. hun administratieve standplaats gevestigd hebben in het tweetalige Brusselse Hoofdstedelijk Gewest of dat zij aangewezen zijn voor een dienst waar de tweetaligheid van het personeel wordt opgelegd of toegestaan door een wettelijke bepaling; 3. in dienstactiviteit zijn en een wedde genieten.